Ook dit jaar wordt dit vak gedoceerd door Johan Braeckman, die alle studenten een inzicht probeert te verschaffen in de belangrijkste wijsgerige vragen in de geschiedenis en de pogingen van verschillende stromingen om die vragen op te lossen. Ook de belangrijkste wijsgerige begrippen worden uit de doeken gedaan en opgesomd in een handige begrippenlijst. Hoofdoptiek is hierbij het actuele wijsgerig denken begrijpelijk te maken, maar hiertoe wordt het nodig geacht de historische ontwikkeling te onderzoeken die de voedingsbodem van het hedendaagse denken gevormd heeft. De verschillende wijsgerige stromingen worden telkens onderzocht met betrekking tot hun relevantie voor de hedendaagse tijd. Hoewel de leerstof direct uit de cursus kan gehaald worden, is het aangeraden om de lessen bij te wonen. Dit om gemakkelijker inzichten te verwerven, of tenminste omdat prof. Braeckman telkens zijn publiek kan begeesteren met goede verhalen, interessante voorbeelden en dikwijls geniale grappen. Ook wanneer medelesgever Tim De Mey zijn uitleg komt doen, zijn de hoorcolleges minstens interessant genoeg om te volgen. Sinds vorig jaar is de syllabus in boekvorm uitgebracht en wordt hij door de KMF verkocht, meer informatie volgt waarschijnijk in de lessen. De syllabus is goed te kennen, net zoals de begrippenlijst.
Nuttige links:
- ECTS-fiche
- Topic vorig jaar
- Allerlei hulpmiddelen bij het studeren
Ondervragingsvorm:
Het examen in eerste zit ziet er als volgt uit:
Algemeen
§ Het examen is volledig multiple choice. (60 vragen)
§ Er is geen giscorrectie!
De drie onderdelen
§ De stellingen (40 vragen)
De meerkeuzevraag bestaat telkens uit 5 stellingen. De student dient telkens de foute stelling aan te duiden. (Er is slechts één antwoord mogelijk.)
Voorbeeld:
a) Zowel bij Hegel als bij Feuerbach speelt de geschiedenis van de godsdienst een belangrijke rol bij het begrijpen van de mensengeschiedenis in het algemeen.
b) Volgens Kant is het zekerheidskarakter van de wiskunde enkel te danken aan de a priori vormen; de zekerheid van de empirische wetenschappen enkel aan het feit dat ze op zintuiglijk materiaal gebaseerd zijn. (FOUT)
c) Het is verkeerd te beweren dat er in het Christendom onuitgesproken dogma's bestaan.
d) Inzake de opvatting over de eigenschappen van de materie is er een fundamenteel verschil tussen het dualisme van Plato en dit van Descartes.
e) Zowel het gebruik van experimentele methode als van de Archimedische werkwijze moet beschouwd worden als een toepassen van het "natuurwetenschappelijk Platonisme".
§ De definities (10 vragen)
De meerkeuzevraag bestaat uit 5 definities. De student moet de juiste definitie aanduiden bij het gegeven woord. (Er is slechts één antwoord mogelijk en de woorden (of namen/begrippen) komen uit de woordenlijst.)
§ De tekstfragmenten (10 vragen)
De meerkeuzevraag bestaat uit 5 namen of begrippen. De student moet de juiste naam of het juiste begrip aanduiden bij het gegeven tekstfragment.
------------------------------------------------------------------------------
In tweede zit worden echter wel open vragen gesteld!