Nuttige links:
- ECTS-fiche
- Topic van vorig jaar.
Examenvragen van vorig jaar, zoals ze door professor De Mey werden gegeven op Minerva, met dank aan Blackjack en Loonis:
Minerva schreef:Hoofdstuk 1 en 2 ( historisch overzicht van de middeleeuwse wijsbegeerte )
Vraag : situeer de auteur in de tijd? Wie was zijn leermeester en wie waren zijn belangrijkste leerlingen? Tot welke stroming of traditie behoorde hij? ( Neo-platonisme, Arabische filosofie of scholastiek ) Welke zijn de belangrijkste elementen van zijn filosofie?
• Augustinus
• Boëthius
• Al-Farabi en zijn medekameraad
• Avicienna
• Averroës
• Anselmus
• Abelerdus
• Albertus de Grote ( belangrijke invloed op Thomas Van Aquino ) en Robert Grosseteste
• Bonaventura
• Thomas Van Aquino
• Siege van Brabant en medekameraad
• Don Scotus
• William van Ockham
Bijkomende vraag: Wat is het belang geweest van de Islamitische denkers en vertalers op de ontwikkeling van de Westerse wijsbegeerte?
Hoofdstuk 3: Logica en Taal
• Bespreek de taalfilosofie van Augustinus? ( nadruk op taalverwerving en semiotiek)
• Situeer het boek “Sic et Non” en de consistentie-eis van Abelardus?
• Wat is het probleem van universalia en hoe behandelde Thomas van Aquino dit?
• Wat is het verschil tussen Don Scotus en Thomas van Aquino als ze beiden spreken over God.
• Hoe behandelde William van Ockham het probleem van universalia en welke tegenargumenten haalt hij aan bij het bespreken van het probleem van universalia?
Hoofdstuk 4: Kennis
• Vergelijk Augustinus en Bonaventura op het stuk van de Goddelijke illuminatie?
• In welke zin en in welke mate onderschrijft Thomas van Aquino de deductieve methode van Aristoteles en in welke mate is er nog plaats voor empirie? Beschrijft tevens het ideaal van de deductieve methode.
• Wat is het actieve intellect? ( het antwoord vind je niet alleen in dit hoofdstuk. Tim De Mey verwees naar de pagina’s 223 tot 225) In welke zin verschilt de benadering van Thomas van Aquino met die van de Arabische filosofen?
• Leg uit waarom Thomas van Aquino’s benadering van zintuiglijke kennis illuministisch noch empiristisch maar wel naturalistisch is. ( Het antwoord is niet alleen te vinden in dit hoofdstuk. Tim verwees ons naar pagina’s 233-237)
• Leg het onderscheid uit tussen de abstractieve en intuïtieve kennis bij Scotus als bij Ocham.
Thema 5: Fysica
• Bespreek de opvatting van Augustinus over tijd. Is de wereld in de tijd geschapen? Bestaat de tijd wel of is het louter een mentale constructie?
• Vergelijk Augustinus en Thomas van Aquino op het stuk van de vraag of de wereld eeuwig is of de wereld in de tijd is geschapen.
• Philoponus oefende kritiek uit op Aristoteles ( meer bepaald op zijn ideeën omtrent val en worp) Wat houdt zijn anticipatie (?) en zijn impulsiebegrip in?
Thema 6: Metafysica
• Leg uit waarom Avicienna individuele essenties postuleert. Wat zijn individuele essenties en welke problemen brengen ze met zich mee?
• Leg het habitus begrip uit bij Thomas van Aquino
• Hoe ontwikkelt Thomas van Aquino het dogma van de transsubstantie?
• Leg het onderscheid uit tussen tijdsmomenten en natuurmomenten bij Don Scotus.
• Welke zijn de belangrijkste verschillen en gelijkenissen tussen Aristoteles en Scotus over substantiële verandering? ( !!!!!!!!!!!!!)
• Leg het scheermes van Ochham uit en in welke zin en context heeft hij het zelf gebruikt?
Thema 7: Geest
Deze vragen hebben grotendeels te maken met de conceptvorming van de Middeleeuwse filosofen/theologen.
• Bespreek de benaderingswijze van Augustinus over zintuiglijke waarneming en die van het geheugen.
• Vergelijk Aristoteles en Augustinus op het vlak van de wil.
• Welke faculteiten onderschrijft Avicienna en wat bedoelde hij met de faculteitenpyschologie?
• Vergelijk Don Scotus, Thomas van Aquino en Willima van Occkham over het stuk van de wil. (!!!!!!!!!!!!!!!!!)
Thema 8: Ethiek
• In welke zin en in welke mate anticipeert Abelardus de intentionalistische normatieve ethiek? In welke zin en in welke mate anticipeert Don Scotus de deontologische normatieve ethiek? ( Het antwoord op deze vraag bevindt zich deels buiten het boek. De termen “intentionalistische normatieve ethiek” en “deontologische normatieve ethiek” moeten opgezocht worden )
• Vergelijk Thomas van Aquino en Augustinus op het stuk van de oorlog
• Vergelijk Thomas van Aquino en Augustinus op het stuk van de seks
• Hoe kan Thomas van Aquino rivaliserende opvattingen omtrent abortus scharen? ( In de filosofie van Thomas van Aquino worden argumenten beschreven die zowel pro als contra abortus zijn.)
Thema 9: God
• Wat zijn de islamitische argumenten voor het bestaan van God?
• Op welke manier bewijst Anselmus het bestaan van God? Wat zijn de mogelijkheden en beperkingen hiervan? (ontologisch godsbewijs)
• Welke problemen hangen samen met Gods almacht?
• Bespreek de “de vijf wegen van Thomas van Aquino”
• Vergelijk de “wegen van Don Scotus” met het ontologische godsbewijs van Anselmus.
• Welke problemen hangen samen met Gods voorkennis? ( determinisme en vrije wil)
• Wat wordt er bedoeld met de “viva negativa” in de theologie?